Meteen naar de inhoud

Bikkels rijden Elfstedentocht in vrieskou 

Tweehonderd kilometer fietsen met een temperatuur onder nul is een flinke beproeving. Toerders van HRTC Hoorn reden de Winterfiets Elfstedentocht.

Leeuwarden, zondag 19 januari 2025, 7h00. Buiten is het donker, ijskoud en mistig. Geen fijn vooruitzicht om 200 km te gaan fietsen, maar toch gaan we dat vandaag doen.
 
Ik heb me warm aangekleed. Ik draag vijf lagen fietskleding over elkaar: zweethemd, thermoshirt, twee koerstruien met lange en korte mouw en een winterjack. Over mijn koersbroek draag ik een lange thermobroek. Onder mijn helm bedekt een buff mijn oren. Dikke winterhandschoenen, waterdichte overschoenen en boterhamzakjes over mijn sokken houden mijn handen en voeten warm. Twee thermobidons zijn gevuld met water en dorstlesser. In mijn heuptas zitten broodjes, repen, een krentenbol en een banaan. Ik ben er klaar voor.

De start  
Terwijl een dweilorkest het Friese volkslied speelt op de schaatsbaan, verlaten we de Elfstedenhal en rijden we de donkerte in. We rijden met een groepje toerders van HRTC Hoorn: Frans, Ernst, Anton, Mario en ik. Leon is met fietsmaat Richard eerder gestart. We halen hen voor Bolsward bij. Ons nieuwe toerlid Sorcha doet ook mee, zij rijdt de 90 km. Ze haakt aan bij een paar mannen die dezelfde afstand rijden. In totaal doen duizend fietsers mee aan deze Winterfiets Elfstedentocht. 

Wind  
We hebben mazzel met de wind: het waait nauwelijks, hooguit windkracht 2 uit het zuidwesten. Dat is heel andere koek dan in 2023, toen we windkracht 8 met stoten tot 10-11 moesten trotseren. In die stormachtige editie stapten fietsers af omdat het te zwaar werd om tegen de wind in te fietsen. Ook zag ik fietsers in de berm waaien omdat ze de zijwind niet konden weerstaan. Dat ging gepaard met hagel en regen, waarna ik en de meesten van onze groep besloten om de route in te korten tot circa 150 km door na Franeker de kortste weg naar Leeuwarden te nemen. 

Revanche  
Deze tocht voelt als een revanche: we willen bewijzen dat we in januari een toertocht van 200 km kunnen rijden. Twee weken voor de tocht wordt zacht weer voorspeld, 7 graden met weinig wind. Krijgen we dit keer optimale omstandigheden, zodat de tocht voor ons allen redelijk haalbaar wordt? Enkele dagen voor de tocht blijkt echter dat de temperatuur toch een flinke stap omlaag zal doen, met de hele dag waarden tussen de –3 en de nul graden. Het is kouder dan met de schaats-Elfstedentocht in 1985, toen het dooide en Evert van Benthem de sprint won op de Bonkevaart. 

Rustig tempo  
In het pikkedonker rijden we achter andere fietsers aan. Hun rode achterlichten zijn voor ons een baken, want de weg is slecht zichtbaar door de mist. We worden in de eerste kilometers ingehaald door snelle groepen. Zelf houden we een rustig tempo van circa 25 km per uur aan, maar we passeren toch af en toe enkele langzamere fietsers. Het is in het donker oppassen geblazen. Ik zit gespannen op mijn fiets en ben continu op mijn hoede. Ik zal blij zijn als het licht wordt, zodat de weg weer goed is te zien. 

Klaas valt 
Opeens zien we enkele fietslampjes midden op de weg stilstaan. Het zijn twee fietsers die ons waarschuwen voor een gevallen fietser, die midden op de weg languit ligt. We minderen vaart en rijden er rustig omheen. Even later rijden twee fietsers ons tegemoet. Ze roepen ‘Waar is Klaas?’. Ik denk dat ze op zoek zijn naar hun fietsmaat, die gevallen is. Later hoor ik dat een fietser door een val niet meer door kon rijden. Ik vermoed dat het dezelfde fietser is die wij zagen liggen. Helaas voor Klaas. 
 
Fietssschoenen vergeten 
Na een uur rijden in het donker naderen we Sneek. In het centrum krijgen we een beker met warme chocolademelk en een knip in onze kaart met daarop de elf steden. Na een hergroepering rijden we verder naar IJlst. Het gaat goed, maar er is één probleem: Frans is vanochtend zijn wielerschoenen vergeten en fietst met zijn gympen op zijn klikpedalen. Gelukkig bevindt de stempelpost in IJlst zich voor een fietsenwinkel. Daar koopt Frans nieuwe wielerschoenen, waarop hij zijn weg kan vervolgen, met zijn gympen in een rugzak. Een geluk bij een ongeluk. 
 
Opwarmen na pauze 
In Stavoren, na zo’n 75 km, stoppen we voor koffie en appeltaart. Na de pauze rijden we rustig verder, maar ik heb het koud. Ik ga een hoger tempo rijden om warm te worden en sluit aan bij een groepje Veluwerenners uit Voorthuizen. In Hindeloopen ben ik genoeg opgewarmd om even te wachten op mijn clubgenoten. Na een hergroepering rijden we samen naar Bolsward, waar we in de kille Broerekerk een warme bouillon en belegde broodjes krijgen. Dat is een goede bodem voor de rest van de rit. We zitten op de helft. Nog zo’n 100 kilometer te gaan.

Kleine wereld 
We rijden naar Harlingen, waar het drukker wordt. Hier komen de fietsers van de 90 km op het parkoers. Die slaan bij Franeker rechtsaf, terwijl wij rechtdoor rijden. Ik sluit aan bij Erik Oosterhuis, een sterke fietser uit Haren. Hij rijdt een stevig tempo, maar wil niet dat ik in zijn wiel ga zitten. Ik ga naast hem rijden en raak met hem in gesprek. Ik kom erachter dat we een gemeenschappelijke fietsvriend hebben. De wereld is klein. Dat geldt ook voor het landschap, dat wit uitslaat van de mist en de vrieskou. 
 
Weer een val 
De vermoeidheid begint toe te slaan, niet alleen bij mij, maar ook bij anderen. Achter me vallen twee fietsers in een bocht. Gelukkig is het een val zonder erg, maar we zijn gewaarschuwd. Ik probeer extra op te letten, niet alleen op de fietsers voor me, maar ook op het verkeer. In Stiens komt opeens een Dodge-RAM uit de bocht, ons tegemoet. De grote zwarte auto komt op onze weghelft terecht. In een reflex sturen ik en de fietser naast me direct naar rechts, waar – godzijdank – de weg naadloos overgaat in een stoep zonder obstakels. Dat ging maar net goed. Ik bedank het engeltje op mijn schouder. 
 
Bartlehiem 
De snert bij de stempelpost in Stiens komt als geroepen, want ik zit er even doorheen. Na de erwtensoep en een broodje voel ik me een stuk beter, maar ik wil niet langer dan nodig stilzitten en afkoelen. Ik overleg met mijn clubgenoten die nog aan het eten zijn en besluit om alleen door te rijden. Ik kom op een smal fietspad langs de Dokkumer Ee, een van de mooiste stukjes uit de route. Bij het bruggetje van Bartlehiem gaan enkele fietsers onderuit, omdat het glad zou zijn. Ik wacht even totdat het bruggetje vrij is, neem een aanloop en ga er fietsend zonder problemen overheen. Lopen is riskanter.

Dokkum
In Dokkum zie ik mijn clubgenoten weer. Het is nog 27 km naar de finish. We vertrekken gezamenlijk, maar de mist komt weer opzetten en het wordt kouder. Erik Oosterhuis rijdt me voorbij en zegt dat hij tempo maakt om warm te worden. Ik besluit zijn voorbeeld te volgen. Ik kom bij Erik en ga voor hem rijden, maar als ik even later omkijk zie ik dat hij ver achter me zit. Ik minder vaart in het volgende dorp, maar als ik hem daar niet meer zie rij ik door. Bij de laatste stempelpost in Oudkerk wacht ik niet meer. Te koud. Als ik word ingehaald door enkele snelle mannen ga ik in hun wiel.

Finish
Het laatste stuk gaat door een wit, bevroren Fries landschap. De rijp staat op de takken van de bomen en op het gras in de wei. Het is bijzonder mooi om te zien, maar het voelt bar koud. Bij het naderen van Leeuwarden voelen we de warmte van de stad. Het is nog even opletten voor de juiste afslag. Sommigen rijden rechtdoor, terwijl we rechtsaf moeten. Ook dat gaat maar net goed. We bereiken heelhuids de Elfstedenhal, waar we ons kunnen opwarmen op het middenterrein van de schaatsbaan. We krijgen een beker drinken en een bakje met hutspot of boerenkool als herstelvoer. En we nemen ons kruisje in ontvangst. Het is volbracht.

Gert Jan Schilder deed ook mee aan de Winterfiets Elfstedentocht en maakte hiervan een filmpje.

Strade Bianche Noord-Holland
De toerders van HRTC Hoorn bereiden zich nu voor op de Strade Bianche Noord-Holland, een toertocht die op 9 maart 2025 wordt verreden vanuit HRTC Hoorn. De tocht over 105 km telt circa 25 km onverharde stroken in West-Friesland. Wil je meedoen? Schrijf je dan snel in!